De keuze van de voornaam behoort toe aan beide ouders. In bepaalde gevallen kan een voornaamswijziging worden aangevraagd. In geval van betwisting tussen beide ouders kunnen zij zich tot de jeugdrechtbank wenden bij toepassing van art. 373 B.W.
De ambtenaar van de burgerlijke stand mag evenwel in de geboorteakte geen voornamen opnemen die aanleiding geven tot verwarring of het kind of derden kunnen schaden. (art. 1 wet 15 mei 1987).
De beoordeling van de ambtenaar van de burgelijke stand wordt beperkt door de mogelijkheid van de ouders om in beroep te gaan bij de rechtbank van eerste aanleg. Bovendien is de procureur des Konings verplicht jaarlijks de registers te controleren waarbij hij waar nodig beroep kan instellen tegen ten onrechte ingeschreven voornamen.
Vanaf 1 augustus 2018 dient een verzoek tot voornaamswijziging niet langer meer gericht te worden tot de minister van Justitie maar wel tot de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Deze krijgt dan 3 maanden de tijd om het verzoek tot voornaamsverandering te beoordelen en de gerechtelijke antecedenten van de verzoeker na te gaan. Bij twijfel kan een niet-bindend advies aan de procureur des Konings gevraagd worden. Het verzoek wordt definitief bij overschrijving ervan in de registers van de burgerlijke stand.
Ook transgenders kunnen een beroep doen op de ambtenaar van de burgerlijke stand voor een voornaamswijziging. Een loutere verklaring op eer dat betrokkene ervan overtuigd is dat het geslacht in de geboorteakte niet overeenstemt met de innerlijke genderidentiteit volstaat.
Wie kan gebruik maken van
de procedure?
Enkel Belgen, erkende vluchtelingen of staatlozen kunnen een
voornaamsverandering vragen, met uitzondering van de vreemdelingen die een
verzoek indienen op basis van het gegeven dat zij geen voorna(a)m(en) hebben in
het kader van hun nationaliteitsdossier.
Welke ambtenaar van de
burgerlijke stand is bevoegd?
In beginsel van de gemeente waar de persoon op wie de voornaamsverandering
betrekking heeft, is ingeschreven in de bevolkingsregisters.
Personen die in het buitenland verblijven en niet meer ingeschreven zijn in de
bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, moeten zich richten tot de
gemeente van laatste inschrijving. Bij gebreke van enige huidige of vroegere inschrijving in de bevolkingsregisters,
is Brussel bevoegd.
Wie dient het verzoek
tot voornaamsverandering bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in?
Een meerderjarige of ontvoogde minderjarige kan het verzoek zelf indienen. Hij
kan – wanneer hij niet in persoon kan of wenst te verschijnen – ook een
advocaat of een derde inschakelen. Wanneer een derde wordt ingeschakeld dient
dit via authentieke en specifieke volmacht te gebeuren.
Voor niet-ontvoogde minderjarigen wordt het verzoek ingediend door zijn
wettelijke vertegenwoordiger. Wettelijk volstaat het verzoek door één ouder (of meeouder). De
omzendbrief ter zake vraagt voorzichtigheidshalve om de ouder die het verzoek alleen
aflegt wel te ondervragen over het akkoord van de andere ouder en bij de minste
twijfel dit op te vragen (een geschrift van welke aard ook kan volstaan).
Zonder een dergelijk akkoord of het expliciet niet-akkoord van de andere ouder,
dient het verzoek onontvankelijk te worden verklaard.
Het verzoek van één ouder volstaat uiteraard wel indien er geen afstammingsband
ten opzichte van een andere ouder bestaat, de verzoekende ouder het exclusief
ouderlijk gezag toegewezen kreeg, de andere ouder uit de ouderlijke macht werd
ontzet, overleden is, afwezig verklaard, onbekwaam of in de onmogelijkheid
verkeert zijn wil te kennen te geven.
Hoe wordt het verzoek
ingediend bij de ambtenaar van de burgerlijke stand?
Indien de verzoeker in België werd geboren of de geboorteakte werd in België
overgeschreven, vraagt de ambtenaar van de burgerlijke stand dit zelf op om bij het dossier voornaamswijziging te voegen. In de
andere gevallen dient de verzoeker de geboorteakte zelf voor te leggen, indien
nodig gelegaliseerd en beëdigd vertaald. Bij gebrek aan een geboorteakte kan de
verzoeker volgens de omzendbrief de familierechtbank om een vonnis vragen dat
de geboorteakte vervangt.
Hoe wordt het verzoek
behandeld door de ambtenaar van de burgerlijke stand?
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet een beslissing nemen binnen de drie
maanden na de indiening van het verzoek.
Net als bij het opnemen van de voornamen in de akte van geboorte, dient de
ambtenaar van de burgerlijke stand er op toe te zien dat de gevraagde voornamen
geen aanleiding geven tot verwarring en zij de verzoeker of derden niet kunnen
schaden. Voornamen die – op zichzelf beschouwd of samengenomen met de
familienaam – belachelijk, hatelijk, absurd of choquerend zijn, moeten worden
geweigerd, net als voornamen die slechts uit één enkele letter of een
opeenvolging van medeklinkers bestaan.
De ambtenaar van de burgerlijke stand dient een uittreksel uit het
strafregister op te vragen. Enkel
definitieve veroordelingen voor zware inbreuken (misdaden, wanbedrijven tegen
personen) of chronische of specifieke misdrijven (bv. aanmatiging van naam,
oplichting, wanbedrijven tegen de openbare trouw) kunnen een belemmering vormen
voor een voornaamsverandering.
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan bij twijfel over de beoordeling van
de wettelijke voorwaarden of de gerechtelijke antecedenten het niet-bindend
advies vragen aan de procureur des Konings. Bij ontstentenis van een advies
binnen de drie maanden na indienen van het verzoek, wordt dit geacht positief
te zijn.
Wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand de voornaamsverandering weigert
(bv. op basis van een gebrek aan akkoord van de andere ouder, op basis van
gerechtelijke antecedenten of omdat de gekozen voorna(a)m(en) niet aanvaardbaar
worden geacht) wordt een weigeringsbeslissing opgesteld en te kennis gebracht
van de verzoeker. Deze kan binnen de dertig dagen na kennisgeving van de
weigering een beroep instellen bij de familierechtbank.
Welke zijn de
specifieke regels voor transgenders?
Transgenders kunnen vanaf de leeftijd van 12 jaar met bijstand van de ouders of
wettelijke vertegenwoordiger of voogd ad hoc om de voornaamsverandering
verzoeken. Een specifieke
verklaring op eer vervangt het verzoek en geeft recht op de voornaamsverandering. De
gekozen voornaam moet wel in overeenstemming zijn met de innerlijk beleefde
genderidentiteit, maar een advies vragen aan de procureur of een afweging van
de gerechtelijke antecedenten mag niet.
De procedure tot wijziging van de registratie van het geslacht en de
voornaamsverandering zijn twee aparte procedures elk resulterend in een eigen
akte. Ze kunnen gelijktijdig gevoerd worden met als voordeel dat bv. de
identiteitskaart slechts één maal hoeft vervangen te worden. Betrokkenen kunnen
er echter ook voor opteren de procedures na elkaar te voeren in willekeurige
volgorde.